Het is op de dag af twee jaar geleden dat ik hier mijn vorige bericht heb geplaatst. Wie mij op Facebook volgt, weet dat ik noch heb stilgezeten, noch mij van commentaar onthouden heb ten aanzien van het Israëlisch-Palestijnse conflict. Een aantal keren is me gevraagd of het niet verstandiger zou zijn om op dat punt minder mijn nek uit te steken en minder duidelijk stelling te nemen.
Ik moet zeggen dat het erg verleidelijk is om me inderdaad meer op de vlakte te houden of er zelfs helemaal het bijltje bij neer te gooien. Dat heeft met verschillende zaken te maken, waaronder mijn schaarse tijd en energie – dé reden dat mijn blog hier op de waakvlam staat – en ook het feit dat je met de voorhoede van christelijke pro-Israëlgroepen meestal niet verder komt dan loopgravendiscussies en frustratie.
Ik heb ontdekt dat het gemiddelde kerklid, in elk geval binnen de Protestantse Kerk in Nederland, niet op dat soort ongemakken zit te wachten. Wij, ikzelf incluis, houden het graag rustig en aangenaam in de gemeente. Beginnen over Israël en de Palestijnen betekent echter onmiddellijk onrust en ongemak. Daar wordt niemand blij van in ons polderlandje, zeker niet als er genoeg andere zaken spelen waarbij gemeentes en kerkenraden binnenbrandjes moeten blussen, zoals het afstoten van kerkgebouwen en de invoering van nieuwe liedbundels.
Sinds kort zijn de Vrienden van Sabeel Nederland met Kairos Palestina Nederland gefuseerd in Kairos-Sabeel Nederland. Dat biedt mij een geschikte aanleiding om me terug te trekken uit de hele discussie over het Israëlisch-Palestijns conflict. Het scheelt mij tijd en energie, het scheelt mij frustratie, boosheid en verdriet over nare beschuldigingen die ik op m’n bord krijg, het scheelt me schuldgevoelens tegenover gemeenteleden die op mijn stellingnames worden aangesproken en aangekeken, het scheelt me afwijzingen in contacten binnen de kerk.
Toch blijf ik gewoon bestuurslid van Kairos-Sabeel. Daar zijn twee hoofdredenen voor: ik heb beloftes gedaan en het is heilzaam voor de Kerk in Nederland.
Bij mijn eerste bezoek aan Israël en de Palestijnse gebieden werd ik door ons reisgezelschap als arabist qualitate qua regelmatig tot tolk gebombardeerd (slechte woordkeus, ik zie het). Zo ook in het bedoeïenendorpje Umm al-Khayr op de Westelijke Jordaanoever. In ons gesprek met de bewoners in de “dorpstent” zei de vrouw van het dorpshoofd: “Het is mooi dat jullie hier zijn, maar wat helpt ons dat? Hier en nu leven en voelen jullie met ons mee, maar als je straks weer naar huis gaat, naar je eigen families en je eigen werk, dan ben je ons al snel weer vergeten.” Namens onze groep heb ik toen geantwoord dat dat niet zou gebeuren en dat we ons met hun situatie in gedachten zouden inzetten voor een rechtvaardige vrede. Beloofd is beloofd.
Een van de persoonlijke consequenties van die belofte was voor mij dat ik “ja” heb gezegd toen ik in het bestuur van Vrienden van Sabeel Nederland werd gevraagd. Ook mijn medebestuurders kan en wil ik niet in de steek laten. Beloofd is beloofd.
Toen ik werd bevestigd als predikant heb ik beloofd dat ik als Dienaar van het Woord zou “weren wat het belijden weerspreekt”. Ik zie dat binnen de Protestantse Kerk vanuit de “pro-Israëlhoek” regelmatig sprake is van ondeugdelijke exegese en luie theologie die de moderne staat Israël en het Israëlische regeringsbeleid op een onaantastbaar voetstuk plaatst en vereenzelvigt met Gods eigen handelen. Daarmee wordt het leed dat Israëli’s en Palestijnen door dit beleid wordt aangedaan tegelijk gebagatelliseerd als “collateral damage” én gepresenteerd als Gods wil. Alsof onze God zijn heilsplan zou uitvoeren over de ruggen van onschuldige slachtoffers; en alsof opkomen voor deze slachtoffers een goddeloos werk zou zijn. Wanneer ik dat zie en hoor gebeuren, mag ik niet zwijgend blijven toekijken. Beloofd is beloofd.
Hiermee ben ik ook aanbeland bij reden twee: het werk van Kairos-Sabeel is heilzaam voor de Kerk in Nederland. Het weerspreekt een simplistische Israëltheologie die van de moderne staat Israël een tastbaar Godsbewijs en dus een kerkelijk gouden kalf maakt. Alsof zonder het bestaan van deze staat God van zijn voetstuk zou vallen en zijn beloftes tot as zouden vergaan. Hoe klein kun je van je God denken?
Het werk van Kairos-Sabeel maakt onzindelijke onderhuidse patronen binnen de Kerk zichtbaar: Kerk en Israëlactiviteiten die direct betrekking hebben op de actuele Israëlische politiek en cultuur, worden meestal als vanzelfsprekend gefaciliteerd. Er wordt niet tegen geprotesteerd en ook inhoudelijke kritiek hoor je nauwelijks. Bijeenkomsten waar vanuit het bijbels oogpunt van recht en gerechtigheid aandacht wordt gegeven aan de situatie van Palestijnen, roepen steevast weerstand op of worden zelfs afgeblazen. Dat gebeurt o.a. met het argument dat “we” in de kerk niet aan politiek moeten doen.
Dit maakt pijnlijk – maar hopelijk uiteindelijk heilzaam – duidelijk hoezeer er op dat punt met twee maten wordt gemeten in de Kerk. Zonder het werk van organisaties als Kairos-Sabeel zou deze kwaal – of moet ik zeggen: zonde – onopgemerkt blijven en niet kunnen worden genezen. Alleen daarom al is het goed dat ze er zijn.
En daarom blijf ik mij, met alle bijkomende ups en downs, inzetten als bestuurslid van Kairos-Sabeel.
Honi soit qui mal y pense.
Greetz, Jominee
Diep treurig dat je zoveel tegenwerking krijgt van mede-christenen Johan. Ik vind het ontzettend zwak van de leiding van de PKN dat ze zich niet durven uitspreken over het leed wat de Palestijnen aangedaan wordt door Israel. Dat moet toch niet zo moeilijk zijn als je de bijbel goed leest. Ik kan niet begrijpen dat men zo blind en doof is voor het leed van de Palestijnen . Ik was er ook bij in Umm al-Khayr en ben het niet vergeten en moet er nog zo vaak aan terug denken.. Ik zie die vrouw nog zitten.
Hallo Corrie,
Het is nog niet eens zozeer tegenwerking, het gaat vooral om blinde vlekken en het grote verlangen naar “rust in de tent”. Ik kan me daarbij niet aan de indruk onttrekken dat veel stampij om wat Kairos-Sabeel in alle rust naar voren brengt, juist wordt gemaakt om de naar redelijkheid verlangende kerkmensen en -leiders kopschuw te maken: als Kairos-Sabeel maar zwijgt over het lijden van Palestijnen, dan beginnen de anderen tenminste niet te roepen dat de Kerk Sabeel en wat daarbij hoort moet afzweren. Zo worden het verlangen naar rust (vrede?) en het verlangen naar recht tegen elkaar uitgespeeld door wie het onrecht met vrome woorden verdoezelen.
En dat vinden ze dan christelijk?
dat je solidair bent met de Arabieren in Israël is niet het grote probleem. Je kan vanuit de kerk genoeg doen om hun lijden te verzachten. Olijfbomen planten bijvoorbeeld.
De kritiek richt zich tegen de klakkeloze en kritiekloze steun aan Hamas en de PLO
Beste Kees,
Dan moet je met die kritiek toch echt op een ander adres zijn: noch ik, noch Kairos-Sabeel boden of bieden “klakkeloze en kritiekloze steun aan Hamas en de PLO”. Ik zet me trouwens ook in voor Palestijnen onder Israëlisch bestuur in de bezette gebieden, zelfs met een olijfboompje hier en daar.
Voortreffelijk betoog, Jominee! Ik was erbij toen jij tolkte in de woestijn en heb er voor allerlei – meestal niet kerkelijke – clubs, zoals Probus en D66-senioren, een presentatie over gegeven, samen met mijn goede vriend Mark de Boer. Maar in de kerk lijkt het inderdaad alsof je roepende in de woestijn blijft, om in de sfeer te blijven.
Zucht…..
Je stijl van schrijven vind ik nog steeds goed, maar de inhoud is helaas nog steeds even tenenkrommend!
Ik ben ernstig bezorgd om de ‘schapen’ welke a.s. zondag naar je omhoog kijken als je op je spreekstoel staat….
De geest van onderscheiding is hopelijk onderweg naar je….
Shabbat Shalom,
If I sit next to a madman as he drives a car into a group of innocent bystanders, I can’t, as a Christian, simply wait for the catastrophe, then comfort the wounded and bury the dead. I must try to wrestle the steering wheel out of the hands of the driver.
Dietrich Bonhoeffer
Beste Unger,
Ik denk dat wij tweeën het vooral oneens zijn over de vraag wie volgens ons die “driver” is. En als het over mijn toehoorders in de kerkdienst gaat: je hebt twee jaar lang de tijd gehad om mijn diensten te beluisteren. Dan had je kunnen weten hoe terecht of onterecht je zorgen zijn. Steeds als deze zorg wordt geuit weet ik dat de spreker zelden of nooit onder mijn gehoor heeft verkeerd. Jammer.